Wist je dat er in de kelders van de Universiteitsbibliotheek Antwerpen meer dan een miljoen boeken staan? Sommigen zijn meer dan 500 jaar oud! In het verleden was het maken van boeken niet zo simpel als vandaag. Er waren geen computers, geen printers en papier was enorm duur. Hoe slaagde men er dan toch in om prachtige boeken met mooie afbeeldingen te maken?
Wat heb je allemaal nodig om een boek te maken?
Een verhaal, papier, inkt, een kaft...
Papier hier! Papier hier!
De eerste boeken die gemaakt werden hadden geen pagina's van papier, maar van perkament. Perkament werd gemaakt van dierenhuid en was enorm sterk. Het oudste perkament werd gevonden in Egypte en is wel 2700 jaar oud! In de middeleeuwen werd perkament in Europa heel veel gebruikt om op te schrijven.
In de 12de eeuw vond men in Europa een manier om papier te maken. Dit was geen uitvinding van de Europeanen, maar van de Chinezen. De Chinezen bewaarden hun geheim eeuwenlang, maar in de 8ste eeuw werd een van de Chinese papiermakers gevangengenomen door de Arabieren. Zo leerden de Arabieren hoe ze papier moesten maken. Door reizen naar het oosten leerden ook Europeanen om papier te maken en vanaf de 12de eeuw gebeurde dat ook. Papier werd in die tijd gemaakt van oude kleren. Deze oude kleren werden eerst gesorteerd, vervolgens in kleine stukjes gesneden en geweekt in water. Daarna werd het papier in een papiermolen nog kleiner gemaakt door er met hamer op te slaan. De flinterdunne stukjes worden daarna gekookt en met een schepraam (houten kader met koperen draadjes) uit het water gehaald. De koperdraadjes die de stukjes papier vasthouden maken mooie lijntjes in het papier. De verticale lijnen noemen we kettinglijnen, de horizontale noemen we waterlijnen. Als je papier vindt met deze lijnen kan je er zeker van zijn dat het handgemaakt is! Ondanks de uitvinding van papier bleven de middeleeuwers nog lang perkament gebruiken om op te schrijven omdat het veel sterker en mooier was. Pas met de uitvinding van de boekdrukkunst in de 15de eeuw begon men steeds meer papier te gebruiken. |
In dit filmpje kan je zien hoe papier in een papiermolen gemaakt wordt.
|
Van veer tot drukpers
Aanvankelijk werden boeken met de hand geschreven en gekopieerd door monniken. Deze monniken schreven met een veer en inkt. Vaak werd het boek nog versierd met allerlei mooie tekeningen. Het duurde enorm lang om een volledig boek te schrijven en daarom waren boeken ook heel erg duur. Enkel de allerrijksten konden zich deze boeken veroorloven. Pas na de uitvinding van de boekdrukkunst werden boeken goedkoper.
|
De boekdrukkunst of het drukken met losse letters werd uitgevonden door Johannes Gutenberg. Voor de uitvinding van Gutenberg kon men al drukken met blokken hout waaruit men de tekst en de afbeelding maakte en deze dan afdrukte. Dit was heel veel werk, want voor elke bladzijde moest iemand een nieuwe tekst uit een blok hout snijden. Als er dan foutje gebeurde moest men helemaal opnieuw beginnen. Door losse letters te gebruiken kon men makkelijk fouten er uit halen door er letters tussenuit te halen.
Losse letters
Hoe maakten ze die letters precies? Wel, er waren 3 stappen voor nodig om een letter te maken:
Stap 1
Eerst wordt er een letter uitgesneden. Deze letter noemen we de stempel.
|
Stap 2
De stempel wordt daarna in een blokje geslagen waardoor je een afdruk van de letter krijgt. Dit noemen we de matrijs.
|
Stap 3
Vervolgens wordt de matrijs in een gietmal gestopt en kan men zo veel letters gieten als men wil.
|
Zetsel
Nadat alle letters gegoten zijn moeten de letterzetters er een tekst van maken. Dit doen ze in drie stappen:
Stap 1
Eerst kiest de zetter de letters en zet ze op de zethaak. Op de zethaak passen verschillende regels tekst.
|
Stap 2
Als de zethaak vol is, worden de regels op een gelei, een bord van hout of metaal, gelegd. Daarna worden alle letters samengebonden met een touw.
|
Stap 3
Deze letters worden in een letterraam gezet dat op de drukpers staat.
|
Drukken
Boekbinden
Na het drukken, werd het boek ingebonden. De bedrukte vellen papier werden geplooid tot katernen. Het aantal keer dat een drukvel geplooid wordt bepaalt de grote van het boek. De katernen werden op elkaar gelegd en aan elkaar genaaid met perkament of linten, die vastgemaakt werden aan houten of kartonnen plaatjes. Dit gebeurde allemaal met een naaibank (zie foto rechts).
Versiering
Als laatste werd het boek versierd. Eerst werd er een kaft gemaakt. Deze kon gemaakt zijn van allerlei soorten leer, maar ook van zijde, fluweel, perkament... Je kon het zo gek niet bedenken. Deze kaft versierde men soms nog met stempels en met metaal.
Wil je graag zelf een boek maken? Klik dan hier!